Home | Boot | Foto's | Reactie |
9 juli 2018 Na 10 jaar op Gotska Sandon. Het is ons eindelijk gelukt om in Gotska Sandon aan land te gaan. Het is een lastig te bezoeken eiland, maar het is wel heel mooi en bijzonder. We ontmoeten veel Zweden die het ook geprobeerd hebben te bezoeken, maar heel vaak lukt het niet. Gotska Sandon is het meest afgelegen eiland in de Oostzee, een stukje noord van Gotland. Er is geen haven of andere beschutte plek. Je moet dus op open zee ankeren, waar vaak heel lang deining blijft staan, dus moet je een paar rustige dagen afwachten. Dan ga je voor anker en met de bijboot naar het strand. Alles moet dus wel echt meezitten! 10 jaar terug zijn we er ook naar toe gevaren, maar toen lukte het niet aan land te komen omdat er te veel deining was. Dan lig de boot enorm te rollen achter het anker en kun je lastig door de branding met je bijboot aan de kant komen. We zijn toen midden in de nacht vertrokken omdat het te wild werd en we bang waren van het anker te slaan en op de kust te stranden. Nu is het dus wel gelukt. We zijn 's ochtends om vijf uur uit Nynashamn, op de vaste wal van Zweden, vertrokken omdat de wind in de loop van de dag zou wegvallen. En zo gebeurde het ook. Het laatste uurtje hebben dan ook op de motor gedaan. Een paar honderd meter uit de kant ging het anker overboord. Vervolgens heeft Evert de bijboot opgepompt, zijn we ermee naar de kant gevaren en hebben we de bijboot op het strand getrokken. We kwamen aan wal op de hoek van het eiland waar de minste activiteiten zijn. Een paar huisjes die je kunt huren, dat was het wel zo'n beetje. Maar verder veel ongerepte natuur. Ruige stranden waar veel hout op aanspoelt, stukken kust die afkalven en verderop weer aangroeien met nieuw zand, veel vogels in de bossen en mooie bloemetjes. Er was een prachtig wandelpad dat uiteindelijk leidde naar een plek waar vroeger wat landbouw is bedreven. Het huis van de vrouw die als laatste daar woonde is gerestaureerd en nu een soort museum. Het pad kwam ook langs een begraafplaats, waar ongeveer eens in de 10 jaar nog iemand begraven wordt. De volgende ochtend is er nog steeds een rustige deining en er is geen wind. In de loop van de dag zal de wind uit het noordoosten komen en daarom motoren we een uurtje naar een andere hoek van het eiland waar we dan weer in de luwte van het eiland liggen. We gaan opnieuw met het bootje naar de kant. Op deze hoek van het eiland zijn meer activiteiten. Er zijn huisjes te huur, er is een camping, een museum, een kerk en een vuurtoren. Slechts een paar mensen wonen het hele jaar op het eiland. Vrijwilligers uit het buureiland Gotland, komen elk jaar om het eiland en de gebouwen in goede staat te houden. Er zijn veel fotoboeken van en het lijkt er gezellig aan toe te gaan. We lopen terug via het kilometers lange strand. Een stuk of 20 mensen zien we er genieten van de zon, de zee en het mooie uitzicht. Even komen we te dicht bij het broedgebied van meeuwen en sternen en die beginnen een geweldige hoop lawaai boven ons hoofd te maken. Als we weer wat terug gaan naar het strand, vinden ze het OK en worden we verder met rust gelaten. Op een stuk waar het eiland wat afkalft komt onder het zand een stuk van een wrak vandaan. We zien de kielbalk waar nog wat ijzeren pennen uit steken. In het museumpje hadden we gezien dat er in de loop der tijd heel wat schepen bij het eiland zijn vergaan. Redelijk recent nog in de jaren 80 van de vorige eeuw is er een zeiljachtje op het strand gelopen. Het restant van de boeg van het zeilschip was in het museumpje te zien. Als we terug komen ligt de boot gelukkig nog steeds achter het anker. Dat blijft toch altijd weer even spannend. Net als we aan boord zijn, steekt er een windje op. Om 15 uur in de middag halen we het anker op en vertrekken we na een indrukwekkend bezoek aan een heel bijzonder eiland. Alweer een van onze lang gekoesterde wensen vervuld. We voelen ons echte bofkonten. |
Vorige bericht | Volgende bericht |