Home | Boot | Foto's | Reactie |
20 juni 2018 Tussen Finse scheren in westenwind. Na onderhalve maand naar het noordoosten varen tegen noordoostenwind in, willen we nu naar het westen. En nu is dan ook de wind naar het westen gedraaid, zodat we opnieuw verder tegen de wind in gaan varen. We klagen niet want de noordoosten wind gaf erg veel mooi weer, maar met de westenwind is het nu ineens anders. Er valt nu ook een keertje regen, het is af en toe veel frisser en de westenwind is pittig. Maar eerst hebben we nog een dagje kunnen profiteren van het laatste beetje oostenwind, die ons vanaf Helsinki een behoorlijk stuk naar het westen blies langs en tussendoor de Finse scheren. Van die scheren zijn er duizenden, en daarnaast nog vele rotsen, net onder of net boven water. Op de kaart staan routes aangegeven die je kunt volgen. Die zijn goed bebakend met boeien op de plekken waar je ze echt nodig hebt, bijvoorbeeld om net een gemene rots te missen. Tussen de scheren zijn die routes vrij smal, maar af en toe zijn er ook open stukken waar je een ruim vaarwater hebt. Op deze zonnige zondag zijn ook de Finnen volop aan het zeilen. Vlak bij Helsinki zien we nog enkele prachtige klassieke zeiljachten gaan. Het eerste stuk zeilen we tussen de scheren door. We varen langs mooie eilanden, met kale rotsen en bossen er op. Iedere keer heb je weer andere doorkijkjes. Op veel eilanden staan vakantiehuizen en is er een steiger en een sauna. Aan het einde van het stuk tussen de scheren neemt ineens de wind toe, zodat we snel de spinnaker naar beneden halen. Tussen de scheren hebben we niet veel manouvreerruimte, dus de spinnaker moet niet met ons aan de haal gaan! Na een tijdje komen we weer op open water. De wind is nu stabiel en we varen een paar uur heerlijk met de wind in de rug en de zeilen breed uitgeboomd. Na het open water gaan we een lang, smal vaarwater tussen twee eilanden in, de Barosund. Die is een paar mijl lang en op veel plaatsen is er riet langs de oever. We meren af aan een ponton vlakbij de veerpont. Er is hier een winkeltje voor wat boodschappen en ook is er een dieselpomp, zodat we de tank weer vol kunnen gooien. Het is nu bijna 21 juni, de langste dag. En we zitten op ongeveer 60 graden noorderbreedte. De zon gaat dus nauwelijks meer onder. Tot tegen twaalven 's avonds kun je buiten in de kuip een boekje lezen. De volgende dag varen we een klein stukje terug en gaan dan een nog smaller vaarwatertje in. Volgens de verschillende kaarten is het veel te ondiep, waar we hebben vernomen dat dat niet klopt en dat we er wel in kunnen. We willen namelijk naar een zeer beschut plekje om een paar dagen harde westenwind over ons heen te laten komen. We varen langzaam het vaarwatertje in. De diepte loopt terug tot net iets meer dan 2 meter, maar we kunnen gewoon doorvaren tot we het plekje zien: Elisaari. Daar liggen meerboeitjes, een ponton en steigers die langs de rotsen zijn gebouwd. We kunnen met de kop in de wind liggen en hebben uitzicht op de oevers achter het riet, waar de bossen op de rotsen groeien. Er is een kleine kiosk waar we het havengeld betalen, maar voor een boodschap moeten we met de roeiboot, die klaar ligt, naar de overkant en dan een eindje lopen. Evert doet dat de volgende ochtend, terwijl de wind giert en het stevig regent. Dat is voor het eerst na ruim anderhalve maand weer heel anders. Regen! Maar de regen duurt niet lang. 's Middags klaart het op en struinen we over het eiland. We kunnen de paadjes vinden die blijkbaar maar zelden gebruikt worden, maar ons wel door een mooie wildernis leiden. Als we na een paar uur lopen door uitsluitend velden en bossen weer in de buurt van een paar huisjes zijn, komt er iemand bezorgd naar buiten. Of we de weg misschien kwijt geraakt zijn, want hier komt nooit iemand. Nu was dat niet het geval, maar ze wijst ons toch nog even de weg terug naar het haventje. En zij vertelt dat er hier heel veel herten zitten en ook af en een lynx. Ook de volgende dag blijven we nog op de zelfde plek. De wind is nog niet geminderd en het is een prachtig beschutte plek. Er vliegt zowaar nog een zeearend over. En nu hebben we ook eens even tijd voor een paar klusjes die al op ons lagen te wachten. 's Avonds gaan we een tijdje in een wildobservatiehut zitten die we tijdens de middagwandeling vlakbij de haven hadden gezien. Eerst gebeurde er een hele tijd niks, maar na een uurtje stond er ineens een witstaarthert vlak voor ons. Dat zijn vrij forse herten die van oorsprong niet in Finland voorkwamen, maar vanuit het oosten zijn gekomen en hier nu prima gedijen. Toen we later naar de boot terugliepen zagen we er nog een paar. Maar veel bijzonderder was dat er een dasbeerhond tot op een paar meter naar ons toe kwam lopen. Die is ook uit het oosten vandaan gekomen en werd in Rusland veel om zijn pels gefokt. Daar zijn er vast wel een paar van ontsnapt. Een heel bijzonder beestje, een hondekop, strepen als een wasbeer en behoorlijk nieuwsgierig. Maar even snel als hij er was, was ie ook weer vertrokken. |
Vorige bericht | Volgende bericht |