8 mei 2018
Via Duitse eilanden naar het Noord Oost Zee Kanaal.
Het prachtige weer houdt aan, mooi zonnig en een rustig windje. Maar dat windje komt wel uit het Oosten, en dat is precies de richting die wij op willen. Op zich niet erg, want de ZEE/DELER doet het prima tegen de wind in. Maar tegen de wind in is wel koud. Half Nederland ligt te bakken in de zon en de hitte, maar op zee is het nog koud en we moeten ons goed inpakken.
Om een nachtje door te varen vinden we het echt te koud, en daarom gaan we in etappes naar het Oosten. Na een dag zeilen overnachten we dan steeds op een ander Duits Waddeneiland. Van Vlieland, via Borkum en Norderney naar het Noord Oost Zee Kanaal.
De eerste etappe is behoorlijk lang en we hebben de stroom niet goed mee. Om zee op te gaan bij Vlieland, moeten we eerst tegen het opkomende water in. De motor moet bij om dat voor elkaar te krijgen. Maar zodra we het zeegat uit zijn, kunnen we lekker gaan zeilen en hebben we de stroom toch weer mee. We varen Noord langs Terschelling en Ameland. Een optie was om nog naar Lauwersoog te gaan, maar het gaat lekker, dus we gaan nog een stukje verder. We gaan langs Schiermonnikoog en ook langs Rottumerplaat en Rottumeroog. Dan zien we Borkum al liggen. Ineens zwemt er een stukje een dolfijn met ons mee. Dat is een zeldzame ontmoeting in dit deel van de Noordzee! De Eems stroomt hard leeg als we die opvaren, en het wordt een latertje voordat we rond 11 uur 's avonds in Borkum afmeren. Het is voor ons een nieuwe haven en dat is altijd wat spannender om dan in het donker je weg te vinden.
De 'echte' jachthaven van Borkum is dichtgeslibd en kunnen we niet in. Maar we kunnen wel in de volgende haven, de werk- en vluchthaven, waar ook een paar jachtjes liggen.
Omdat we nog nooit op Borkum zijn geweest, het weer prachtig is, we er een lange dag op hebben zitten, en omdat Paulien jarig is, blijven we lekker een dagje liggen op Borkum om het eiland te verkennen. De haven is niks, afgezien van een lekker restaurantje, maar verder is Borkum een alleraardigst eiland. We gaan op de fietsjes naar het stadje, fietsen het eiland rond door de duinen en de polder en zien duizenden vogels. Op een zandbank achter een baai precies voor het stadje liggen zowat honderd zeehonden. De strandstoelen worden alweer volop gebruikt met dit prachtige weer.
Vanuit Borkum gaan we vervolgens door naar Norderney. Hemelsbreed een klein stukje, maar we moeten een eind omvaren vanwege het 'Borkumrif'. Daar willen we niet op stranden. Dit keer werkt het getij prima mee. Ook vandaag is het weer wederom ongekend mooi. Zeker als we eerst een stuk voor de wind varen met de spinaker op, terwijl de zon in de kuip brandt. Als we spinakeren hebben we altijd een hele hoop lijnen nodig. Ieder lijntje heeft zijn eigen kleur zodat we precies weten wat we pakken moeten.
Vlak voor Norderney moeten we opnieuw rekening houden met wat ondieptes, maar daarna varen we vlot de haven in. We meren af met de kop in de wind en de zon in de kuip. Op de wal zien we een thermometer al 27 graden aangeven. Of het klopt weten we niet, maar het voelt wel zo.
Van Norderney is het een lang stuk om de Elbe in te varen, en we moeten bovendien een aantal vaarroutes passeren, de Jade, de Neue Weser en de Alte Weser. Het is er een hele drukte en er liggen ook nog schepen voor anker. We zijn blij met onze AIS, het apparaat waarmee we kunnen zien in welke richten en hoe hard de schepen om ons heen varen. Er passeren ons enkele gigantische containerschepen, soms wel van meer dan 300 meter lang.
We zijn precies op tijd bij de ingang van de Elbe, en hebben tot dan toe heerlijk kunnen zeilen. Maar vanaf dat moment draait de wind precies op kop. Opkruisen op de Elbe is niet verstandig met alle scheepvaart om ons heen, dus de motor gaan aan, totdat we bij Brunsbuttel zijn waar we het Noord Oost Zee Kanaal op gaan en vlak achter de sluis het haventje invaren.