Home Boot Foto's Reactie

17 augustus 2014

Hotseklots bij Cherbourg

Het is augustus en het is fris westweer. En dat merken we. Er staat steeds een matige tot stevige wind uit het westen die hooguit varieert tussen noordwest en zuidwest. Af en toe een buitje, maar ook veel zon. Prima weer dus om verder naar Nederland te trekken.
Maar rond Cherbourg gebeurt er altijd vanalles. Na een extra dagje op Guernsey voor boodschappen en de was vertrokken we richting Cherbourg, waarbij we de Race van Alderney weer door moesten. We zitten nog kort na het superspringtij, dus het zou weer extra hard gaan stromen. Op de heenweg hadden we hier zeer spectaculair hoge golven. Nu konden we de race door terwijl wind en getij dezelfde kant op stonden. De zee was daardoor veel vlakker waardoor het allemaal een stuk minder wild was. Wel kolkte en draaide het water veel, maar omdat we in het diepste deel van de race bleven ging alles prima. Anders verging het de mensen die op de 'Pauline' voeren. We hadden ze eerder al een paar keer ontmoet, en na aankomst in Cherbourg vertelden ze over hun passage van de Race van Alderney. Ze waren veel dichter bij Cap de La Hague gebleven dan wij. Daar stroomt het veel harder en zijn een aantal vrij ondiepe stukken. Op een gegeven moment hadden ze een snelheid van 17.2 knopen over de grond (ook volgens Marinetraffic). Maar het volgende moment voeren ze ongeveer dwars door een pyramide van water heen. Het hele dek onder en de kuip vol met water. Omdat er ook het nodige water in de boot was gekomen, moest er in de haven aardig wat gedroogd worden.
Na de passage van de Race, was alles een stuk rustiger en hadden we nog een mooi stukje zeilen naar Cherbourg met een bakstagwind van rond de twintig knopen. We haalden net geen 10 knopen snelheid door het water, maar het ging geweldig mooi.



De volgende dag vertrokken we naar St. Vaast, waarbij we de kaap van Barfleur moesten ronden. Opnieuw een kaap met een beruchte naam. De stroom was weer stevig mee. Het water stroomde zo hard langs de boei die we moesten ronden dat er een schuimspoor van tientallen meters achter stond.



Rond de kaap was het water enorm onrustig, korte steile golven die van alle kanten aan kwamen rollen, ook al waren ze niet zo hoog. De ZEE/DELER stuiterde letterlijk over al dat gehotseklots heen en maakte forse klappen op het water. Dat gebied met die onrustige golven is een mijl of 5 en met de sterke stroom in een half uurtje te doen.
Maar met één van de forse klappen kwam ineens de fok naar beneden. Ergens was iets gebroken, en de fok schoot uit de voorstag en verdween over de railing de zee in. We lagen ineens stil met het zeil overboord. Evert naar het voordek en na een kleine worstelpartij lag het zeil op het dek vastgesjord in de railing. Toen we weer in rustig vaarwater waren konden we er een fotootje van maken.



Met alleen grootzeil en de stuiterende zee viel er weinig meer te zeilen en zijn we de kaap rond gemotord. Verderop werd het water rustiger en konden we weer zeilen. Omdat het ruime wind was konden we ons andere voorzeil, de gennaker, gebruiken en waren we vlot in St. Vaast. In de haven aangekomen ontdekten we wat er kapot was gegaan. Bij één van de klappen was de spanning op een shackel van de rolfokinstallatie te groot geweest en was een beugeltje finaal afgebroken. Waarom daar een shackel zit, en waarom er zo'n kwetsbaar gevouwen stukje metaal inzit is ons niet duidelijk. Maar nu is het vervangen door een degelijke ouderwetse harp en alles functioneert weer zoals het hoort.



Het kostte een middagje om alles weer te repareren en schoon te maken, want het zeil zat onder de zwarte vegen van de onderwaterverf die er op waren gekomen tijdens de drijf- en worstelpartij.
De volgende dag moesten we 's ochtends vroeg door, want vanwege het tij konden we op het laatst de haven van St. Vaast om 5.30 uur verlaten. In het donker weg, eerst varen en dan ontbijten. Toen de zon prachtig op kwam kon de gennaker erop. Die kon 40 mijl blijven staan tot in Ouistreham. Daar zijn we de sluis door gegaan en het kanaal naar Caen opgevaren. In Caen konden we in het centrum van de stad afmeren. We waren er nog nooit geweest, maar ontdekten dat het een prachtige en sfeervolle stad is.



Ondanks alle geweld dat hier plaatsvond in de tweede wereldoorlog zijn er nog een hoop prachtige oude al dan niet gerestaureerde gebouwen en kerken, maar ook de citadel die er al in de elfde eeuw was. Zo op het einde van onze tocht ontdekken we ook dichter bij huis nog weer verrassende nieuwe dingen.

<< Volgende bericht Vorige bericht >>